De aanwezigheid van een waterloop langs of door uw perceel brengt naast de voordelen van een goede afwatering en/of waterbeschikbaarheid ook enkele aandachtspunten met zich mee.
Zo zijn er verschillende afstandsregels van kracht voor bijvoorbeeld bemesting, bewerkingen, afsluitingen en dergelijke.
Belangrijk hierbij is ook dat geen enkele van de van vergunning vrijgestelde werken volgens het Vlaamse ‘vrijstellingenbesluit’ gelden binnen de vijf meter brede erfdienstbaarheidszone langs een waterloop.
Een uitgebreide toelichting omtrent de rechten en plichten is terug te vinden in de folder in bijlage of de site van de provinciale dienst integraal waterbeleid. Deze regels zijn ook binnen ons poldergebied van toepassing.
Ter bepaling van de afstandsregels is de effectieve kruin van de waterloop bepalend. Inname van de bouwvrije zone door het uitzetten van grenzen op basis van gps- of andere data of ten opzichte van theoretische perceelsgrenzen schendt de wettelijke erfdienstbaarheid en kan niet worden aanvaard, noch geregulariseerd.
Daarnaast zijn er uiteraard ook regels wanneer gewerkte wordt aan de waterloop zelf.
Elke ingreep aan een waterloop dient door de waterloopbeheerder gemachtigd te worden.
De meest gekende voorbeelden zijn overwelvingen of bruggen om percelen toegankelijk te maken of oeverversteviging om afkalving tegen te gaan. Maar ook elke aansluiting op de waterloop (regenwaterafvoer, drainage, overstort…), ondergrondse kruising voor nutsleiding of aanleg binnen de bedding is slechts rechtsgeldig indien ze gemachtigd werd door de waterloopbeheerder.
Ook omleggingen, tracéwijzigingen of (in uitzonderlijk geval) afschaffingen van waterlopen dienen gemachtigd te worden.