De verbindingskanalen tussen Brugge en de zee

Het kanaal Brugge-Plassendale-Nieuwpoort

Door de 80-jarige oorlog tussen Spanje en de Noordelijke Nederlanden werden het Zwin en de Schelde voor Vlaanderen gesloten. De definitieve sluiting werd bevestigd door de Vrede van Münster in 1648.Brugge diende andermaal een nieuwe uitweg te zoeken naar de zee.

Onder het bewind van de Aartshertogen Albrecht en Isabella werd besloten om via de Ieperleet een verbinding met Duinkerke to stand te brengen. Deze laatste stad was gunstig gelegen voor de handel met Engeland, Frankrijk en Spanje. In 1658 zou Duinkerke echter voor de Zuidelijke Nederlanden verloren gaan. Alle inspanningen werden dan op Oostende gericht.Tussen 1618 en 1622 werd de Ieperleet tussen Brugge en Plassendale uitgediept en de geul tussen Plassendale en Oostende uitgegraven. De vakken Plassendale-Nieuwpoort en Nieuwpoort-Veurne-Duinkerke kwamen klaar tussen 1638 en 1641. Tussen 1664 en 1728 werden deze kanalen herhaaldelijk uitgediept, verbreed en ingedijkt. 
In 1676 kwam de nieuwe zeesluis (sas Slijkens) klaar ter vervanging van de sluis te Plassendale.Ten gevolge van de indijking en de hoge waterstand die in de Ieperleet werd aangehouden om de scheepvaart mogelijk te maken, kwam de ontwatering van de polder in het gedrang. De afwatering van het grootste gedeelte van de streek was gericht op de Ieperleet. De helling en de afwatering van het poldergebied van Bredene, Klemskerke, Vlissegem, Stalhille en Houtave is immers noord-zuid gericht. In de zandstreek is de helling zuid-noord en de afwatering eveneens gericht op het Ieperleet.  Het zou honderden jaren duren vooraleer de afwatering terug in orde zou komen.

Het kanaal Brugge-Zeebrugge

Het Boudewijnkanaal werd gegraven tussen 1895 en 1905.  Opnieuw werd de afwatering van de polder ernstig verstoord doordat de Lisseweegse watergang afgesneden werd van de Isabella watergang.   Om de afwatering te herstellen werd Lisseweegse watergang afgeleid naar de havengeul en werd er ter hoogte van het westelijk hoofd van het Boudewijnkanaal een nieuwe uitwateringssluis gebouwd.   Langs beide kanten van het Boudewijnkanaal werden Zydelingen gegraven om de afgesneden secundaire grachten op te vangen en de afwatering te herstellen.